Broodjes bakken
“Ik ga vandaag broodjes bakken”, en hield een pak kant-en-klaar-mix in de lucht. En inderdaad, met ondersteuner Gerard ging hij wegen, water toevoegen, kneden, en rijzen. Met het wekkertje er bij, zodat hij het niet zou vergeten.
Na het rijzen bleek de motivatie nog steeds aanwezig: bolletjes draaien, en een lange worst (“nee, geen stokbrood, bah!”). Ze belandden op de bakplaat en gingen even later de oven in.
Na ruim een half uur begon de hele school naar lekker versgebakken brood te ruiken. Ook andere kinderen raakten geïnteresseerd in wat er in de keuken gebeurde, en natuurlijk nog meer toen het bruingebakken resultaat geproefd moest worden. Borden, bestek en honing werden de lunchroom in gebracht (opeens hielp iedereen mee!) en de broodjes werden eerlijk verdeeld. “Dit ga ik elke week doen!” riep de kok, en schreef een motie voor in de schoolkring.
De volgende schooldag was de schoolkring al, en de kok was present voor zijn motie: “vrijdag broodjesdag”. De schoolkring vond het een prachtig initiatief, maar vroeg zich af wie het brood-bak-spul ging kopen, en ging betalen. “Ik doe het zelf wel!”, zo graag wilde hij bakken.
Het was weer vrijdag. De kok keek me bedremmeld aan. “Ik ben de broodspullen vergeten…”. “Geeft niet!” zei ik. “Het is mooi weer, als jij naar de supermarkt wil om een nieuw pak te kopen, wil ik wel met je mee. Maar we moeten even wachten tot ondersteuner Gerard er is, anders zijn er te weinig begeleiders voor de andere kinderen.”. Een uurtje later ging de kok met zijn vriendinnetje naar de supermarkt. En het was mooi weer! En zo veel te zien en te doen onderweg…
Aan het eind van de middag was het brood klaar. Het was bijna een pizzabodem geworden. “Ja, het plakte zo aan mijn vingers, we hebben er maar geen bolletjes van gemaakt. Gewoon zo op het blik”. Er zat blijkbaar te veel water in, en er was geen losse bloem in de keuken om het te herstellen. Nou, het smaakte er niet minder om.
“Volgende week weer”? Volgende week weer.